Met spijt in ons hart delen we mee dat ZIZO, het (online) magazine van çavaria, er na bijna 30 jaar mee ophoudt. Wil je weten waarom? Je leest er hier meer over. Çavaria blijft via al hun communicatiekanalen inzetten op mooie verhalen en LGBTI+ nieuws. Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je dan hier snel in voor de nieuwsbrief van çavaria. |
Bedrijven, scholen, politiek: ieder zijn verantwoordelijkheid voor een LGBT+ inclusief beleid
Antwerp Pride en Het Roze Huis Antwerpen hebben op 10 augustus een symposium georganiseerd over identiteit in een lokaal diversiteitsbeleid. In het panelgesprek stonden de bedrijfs- en onderwijswereld centraal, maar met een link naar de lokale verkiezingen van 14 oktober.
Aan het panelgesprek namen enerzijds vertegenwoordigers van twee LGBT+ organisaties deel: Alexi De Greef van de vzw KliQ en Dries De Smet namens Wel Jong Niet Hetero. Anderzijds nam Marc Lambotte, CEO van Agoria, deel aan het gesprek. Agoria is de federatie van de technologische industrie en daarmee een belangrijke koepel van werkgevers. De organisatie zet zich ook actief in als partner van de Antwerp Pride.
Het tweede deel bestond uit een politiek debat en de hele namiddag werd in goede banen geleid door out professor Politicologie Dave Sinardet.
Voorbeeldfunctie
Waar voor Marc Lambotte openheid tegenover LGBT+ personen duidelijk geen issue vormt, geldt dat niet voor de volledige bedrijfswereld. Zelf gaf hij daarvan twee voorbeelden. Eén: volgens een onderzoek vindt een kwart van de bedrijfsleiders holebi-zijn niet oké. Twee: toen Lambotte aankondigde dat Agoria Antwerp Pride zou steunen, lieten sommigen geen reactie blijken. Lambotte leidde daaruit af dat ze tegen het initiatief waren, maar dat ze dat niet durfden te zeggen vanuit het besef dat het cultureel onaanvaardbaar is om tegen te zijn.
Volgens Lambotte hebben bedrijfsleiders nochtans een belangrijke voorbeeldfunctie, net zoals ouders tegenover hun kinderen. De Agoria-CEO ziet een groot verschil naargelang de sector van het bedrijf, met een meer open houding in bijvoorbeeld de informaticawereld.
Wat daaraan te doen? Lambotte verwacht alvast geen heil in verplichtingen: “zo weinig mogelijk regeltjes, maar vooral praten en tonen”.
Of Lambotte dan ook geen aanbeveling had voor de politici die zich klaarstomen voor de gemeenteraadsverkiezingen? Jawel hoor. Openheid van geest komt zeer sterk naar voor in alle programma’s, maar dat heeft zijn beperkingen. We moeten niet open staan voor alles. Lambotte maakte dat – dankzij een goed uitgeslapen Sinardet – concreet door te stellen dat als men in België wil leven, men zich moet schikken naar de Belgische normen, zoals de aanvaarding en non-discriminatie van LGBT’s.
Niet in mijn gemeente
KliQ is een organisatie van çavaria die bedrijven helpt bij het voeren van een LGBT+ inclusief beleid. Alexi De Greef had nog een derde voorbeeld van de onvolledige acceptatie door de bedrijfswereld: een derde van de trans* personen veranderde van werk door het zich niet-aanvaard voelen.
De Greef vertelde over een project van KliQ in West-Vlaanderen dat de sensibilisering bij lokale politici voor gelijke kansen vergroot. Zo waren er enkele burgemeesters van gemeenten met een 10.000-tal inwoners die beweerden dat er geen LGBT+ personen in hun gemeente wonen. De Greef hoopt dan ook dat de nieuwe gemeentebesturen die eraan komen het holebi- en transgenderthema zullen expliciteren en zichtbaar maken. Onder meer zou er in elke gemeente een schepen en een ambtenaar moeten zijn die rond gelijke kansen werken.
Community building
Dries De Smet van Wel Jong Niet Hetero hing zijn betoog op aan het begrip community building. Organisaties zoals bedrijven of scholen, en de politiek, moeten praten met de mensen eromheen. Ze moeten outreachen: mensen van verschillende identiteiten samenbrengen en zich dus niet beperken tot het eigen vertrouwde kringetje. De politiek moet middelen en tijd voorzien zodat er ruimte is om zulke gesprekken te organiseren.
Met verschillende identiteiten doelde De Smet onder meer op mensen met een andere afkomst. Zijn inspiratie haalde hij uit een scholenproject van Wel Jong Niet Hetero. Hij maakte een vergelijking tussen een meisje dat niet in de klas mag met een hoofddoek en een jongen die niet op hakken mag lopen. Voor De Smet is het dezelfde discriminatie.
Die verschillende aspecten van diversiteit en de al dan niet gezamenlijke strijd kwamen ook aan bod tijdens het daaropvolgende debat met de kopstukken van de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen. Hoe dat verliep, kon je al lezen in dit artikel.
Eigen verslaggeving