Met spijt in ons hart delen we mee dat ZIZO, het (online) magazine van çavaria, er na bijna 30 jaar mee ophoudt. Wil je weten waarom? Je leest er hier meer over. Çavaria blijft via al hun communicatiekanalen inzetten op mooie verhalen en LGBTI+ nieuws. Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je dan hier snel in voor de nieuwsbrief van çavaria. |
Art director Yves: "We hebben jonge mensen nodig die de norm verleggen"
Negen op de tien Belgen vindt dat holebi’s vrij moeten zijn om hun leven te leiden zoals zij dat willen. Eén op de tien vindt nog altijd van niet. Dat blijkt uit het Call It Hate-project . Maar wat zijn de verhalen achter de cijfers? Art director en mede-oprichter van creatief agency DIFT Yves Drieghe vertelt hoe het is om holebi te zijn in de creatieve sector en je uit te leven als dragqueen.
Je bent actief in de creatieve sector - een waar je wel al eens een homo tegen het lijf loopt. Je zou denken dat je dan weinig te maken krijgt met onbegrip over je seksuele geaardheid. Of zie jij dat anders?
Yves Drieghe: “Ik merk toch dikwijls dat de creatieve sector gewoon een afspiegeling is van de maatschappij. Al zit het onbegrip soms in de kleine dingen.Vooral in dienstverlening. Daar stoort het me ook het meest, want dat zijn mensen die zijn opgeleid om je thuis te doen voelen. Bert (Yves’ man en medeoprichter van DIFT, red.) en ik stonden een keer in de rij om in te checken in een hotel in Milaan. Bij de mensen voor ons ging de receptionist er telkens van uit dat ze een koppel waren, maar bij ons veronderstelden ze dat we twee enkele bedden wilden. Terwijl de man en vrouw voor ons óók zakenpartners hadden kunnen zijn. Vroeger was ik dan een beetje beschaamd om te zeggen dat we een dubbel bed wilden. Nu zou ik aan het personeel vragen waarom ze aan de mensen voor ons niet exact dezelfde vragen stelden.
Een paar jaar geleden is Bert gecontacteerd door een productiehuis dat vroeg of we een designer kenden die ‘niet de typische homo’ is. Dat is stigmatiseren. Alsof een homo sowieso een bepaalde smaak heeft en op een bepaalde manier ontwerpt. De creatieve sector moet in de spiegel durven kijken. Die is ook nog overwegend wit, mannelijk en hetero. We hebben nog veel werk wat inclusief werken betreft, ook binnen onze sector. Met DIFT proberen we een evenwicht te houden tussen vrouwen en mannen en hetero’s en niet-hetero’s in ons kantoor. Ik vind het ook de taak van de communicatiebureaus om allerlei soorten koppels te tonen, zoals er in de gids van IKEA ook wel eens een man-man-koppel staat.”
Wanneer ben je uit de kast gekomen?
“Laat, ik was al negentien. In de twee jaar voordien ben ik wel drie keer vanuit mijn kamer de trap afgedaald om het tegen mijn ouders te zeggen, maar keerde dan telkens weer terug. Ik heb het mijn moeder in een brief verteld. ‘Maar alléz Yves, dat wisten wij toch al!’, reageerde ze. Ik was banger om het mijn vader te zeggen. Hij is politieagent, maar hij is niet zo’n typische macho. Wellicht had ik vooroordelen over politieagenten zoals mensen ze kunnen hebben over homo’s.
‘Niet ikke, please niet ikke’, dacht ik toen ik ontdekte dat ik homo was. Tijdens mijn middelbare school had ik stiekem een vriendje, die bleef ook slapen. Eigenlijk was het dom van mij om te denken dat mijn ouders dat niet doorhadden. ‘Nee, we gaan niet uit’, zeiden we dan, ‘we gaan gewoon wat op mijn kamer zitten.’”(lacht)
Nadat een groepje jonge gasten 'faggot' naar me riep, heb ik het woord op mijn been laten tatoeëren
Is er een bepaald moeilijk moment dat je je herinnert?
“Er zijn veel kleine dingen, maar één recente gebeurtenis is me echt bijgebleven. Een jaar geleden was ik aan het trainen voor een marathon. Dan ging ik heel vroeg joggen en nadien nam ik nog een duik in de Blaarmeersen (recreatiegebied in Gent, red.).
Dus, ik kom uit het water en ik kruis een groepje jonge gasten en een ervan roept faggot naar mij. Ik ben hard geschrokken en gewoon doorgelopen, maar dat incident heeft me lang beziggehouden. Alsof er iets aan mij zichtbaar faggot was, alsof dat woord mij definieerde. Daar ben ik écht slecht van geweest.
Achteraf dacht ik: 'awel ja', dat ben ik. En dan heb ik het woord op mijn been laten tatoeëren. Nu is dat van mij, ik heb het me eigen gemaakt. Nadien heb ik beslist om mijn homo-zijn veel meer uit te dragen. Ik heb toen beslist dat ik hoop dat niemand ooit nog denkt dat ik hetero ben.”
Krijg je soms de vraag ‘heb jij een vrouw’?
“Ja. Vroeger vond ik het moeilijk om daarop te antwoorden, nu vind ik het veel comfortabeler. Ik zeg wel niet altijd dat Bert en ik getrouwd zijn, omdat het dan lijkt alsof mijn leven ‘af’ is.”
Als je iets wil veranderen in de wereld, dan moet je dat gematigd doen, je moet geen normen opdragen
Hoe bedoel je, ‘af’?
“Soms vind ik getrouwd zijn normbevestigend. Alsof alles dan goed is. Maar het is niet omdat je als holebikoppel kan trouwen of kinderen kan adopteren dat iederéén dat als oké ziet. Er wordt nog anders naar ons gekeken. Aan de andere kant denk ik ook ‘omdat we het kunnen, moeten we het misschien ook maar doen’, want dat is lang niet overal in de wereld mogelijk.”
Wat vind je positief aan je seksuele geaardheid?
“Als holebi ben je in een minderheidspositie, je moet opboksen tegen bepaalde normen. Dat heeft me geleerd dat heel veel mensen die buiten de norm vallen het niet makkelijk hebben. Daardoor ben ik gevoelig aan onrecht en ben ik erg empathisch, zowel tegenover mensen als dieren.
Dat is een van de redenen waarom ik ook vegan ben. Ik ben al een hele tijd vegan. Maar in het begin was die vegan scene heel hard, maar na een tijdje heb ik mij daar tegen afgezet, want ik was echt een etter geworden tegen iedereen die niet vegan was, ook tegen mijn ouders. Maar als je iets wil veranderen in de wereld, dan moet je dat gematigd doen, je moet geen normen opdragen.”
Je bent recent ook in de drag scene gestapt. Vanwaar de interesse?
“Ik denk dat ik de allerlaatste homo’s in de wereld ben die drag heeft ontdekt, haha! Ik vond dat heel Amerikaans, maar toen ik toch een keer naar RuPaul keek, was ik meteen verkocht. Nu heb ik een alter ego, Yves Sainte Laurence.
Toen ik op mijn Instagramprofiel een foto in drag postte, was ik plots zeventig volgers kwijt. Nadien heb ik gedeeld dat ik daar zo van was geschrokken. Verschillende mensen hebben me toen een persoonlijk bericht gestuurd dat het iets nieuws voor hen was, maar dat ze het eigenlijk heel tof vonden. Daar was ik heel blij mee.
Yves Sainte Laurence is heel bevrijdend. Er zijn mensen die heel erg kunnen zeggen ‘dit ben ik’, maar bij mij is het nog een ontdekkingstocht. Creativiteit en seksualiteit komen samen in Yves Sainte Laurence. Ik amuseer me daar gigantisch mee. Op het moment dat ik voor het eerst hakken droeg, dacht ik ‘wow’.”
Je bent ook bezig met het oprichten van Fem Drag Shop, een webwinkel voor ‘all things drag’. Hoe kwam je op dat idee?
“Door er zelf mee bezig te zijn, merkte ik dat dragkleren kopen helemaal geen fijne shoppingervaring is. Je moet al op Ali Express gaan kijken om toch iets drag te vinden. Alles waar ik mee bezig ben wat ecologie betreft, daarop moest ik inboeten als ik met drag bezig was. ‘Oké, we doen dat gewoon zelf’, dachten we. En dus wordt Fem een one stop shop die er goed uitziet én die de community respecteert.”
Vroeger dacht ik ‘die show van de Pride hoeft niet voor mij’, maar nu denk ik van wel. We hebben jonge mensen nodig die de norm verleggen
Is er iets veranderd sinds de afgelopen verkiezingen wat betreft de haat tegen LGBTQ’s?
“Toen Theo Francken zei dat mannen geen lingerie moesten dragen, was ik daar echt niet goed van. Wat heeft die daar nu over te zeggen? Wat me stoort is dat het een anti-gevoel voedt. Het wordt nog meer ‘wij’ en ‘zij’. Door mensen als Theo Francken neig ik erzelf ook meer naar zo te denken. Dat is niet goed.”
Zie jij de toekomst rooskleurig in?
“Door meer in die queer scene te zitten, zie ik ook de tegenbeweging. In Gent is er een groep jonge mensen die fuck you durven zeggen. Die lopen met veel make-up de straat op en komen uit voor wie ze zijn, ook al worden ze daar op aangesproken. Vroeger dacht ik ‘die show van de Pride hoeft niet voor mij’, maar nu denk ik van wel. We hebben jonge mensen nodig die de norm verleggen. Niet alleen voor zichzelf, maar voor de hele community.”
Eigen verslaggeving